www.flickr.com

woensdag 6 juni 2012

Over de zon van Lissabon



Ik ging een week naar Portugal, en dat zal u geweten (en gelezen) hebben!
Geen all-in vakanties hier, en al helemaal geen zonneklopperij.  Het werd een perfecte mix van natuur en cultuur en die vonden we in en rond Lissabon. 


Sintra (dag 1-4)

Villa Mira Longa
Zijn nieuwe wandelschoenen legden hem geen windeieren, dat konden we wel besluiten na 3 dagen stappen in Sintra.  Een prachtig plaatsje aan de Westkust van Lissabon, met een historisch centrum omgeven door natuur en daarin her en der verspreide paleizen, kloosters en parken.  Voor de meeste toeristen is het slechts een populaire daguitstap vanuit de hoofdstad, voor ons een memorabel deel van de reis. 
Omdat we in Lissabon voor de low(er)-budget hostels zouden kiezen, verwenden we onszelf hier met een heuse Bed & Breakfast: de Villa Mira Longa.  Het zou het decor kunnen zijn voor een romantische remake van 'Night at the Museum', want je overnacht er tussen de barokke - ook wel kitscherige - meubels en ornamenten.  Van haardroger tot badslippers, een lift naar de luchthaven of toeristisch advies gegeven door één van de sympathieke gastheren, Michel (een Belg zowaar) en Osèias.  Het was pure verwennerij!



Palacio da Pena
Onderaan de weg naar de B&B staat een bushalte, wie hier opstapt en zich een plaatsje zoekt tussen de Amerikanen en Japanners, beleeft een kort maar heftig ritje langs ontelbare haarspeldbochten.  Afstappen doe je aan de overblijfselen van het Castelo dos Mouros of het sprookjesachtige Palacio da Pena.  
Een busticketje heen en terug kost je vijf euro, maar het uitzicht te voet is onbetaalbaar! En dan zwijgen we nog over de voldoening wanneer je de volgende dag merkt dat je kuitspieren toch weer net dat tikkeltje strakker zijn.


centrum Sintra
Na een dagje rondslenteren en stevig klimmen - beiden in m'n nieuwe Birkenstocks - schoof ik met veel plezier de voeten onder tafel in één van de restaurantjes die Osèias ons aanraadde.  De eerste avond was dat Tasca do Xico, waar ik maar meteen de streekspecialiteit bestelde: Bacalhau.  Op het eerste zicht geen indrukwekkende eettent, maar het eten zou er - in tegenstelling tot de vele andere restaurantjes - vers zijn.  Twee andere keren tafelden we in Tacho Real, een wat ouderwetse bistro met stoffige groene gordijntjes.  Ik heb me zelden zo underdressed gevoeld als toen, terwijl rond me de wijn werd gedecanteerd en het dessertentafeltje voorbij werd gerold.  En toch, we waren bijlange niet de enige in bermuda en werden desondanks koninklijk bediend.  De talrijke onderscheidingen die aan de wand prijkten, bleken niet meer van het laatste decennium.  Het wekte enigszins de indruk van vergane glorie, al liet ik dat niet aan m'n hart komen en likte lustig duimen en vingers verder af bij de tongstrelende steenbaars met amandelsaus.


Na 2 dagen de kuiten te hebben opgewarmd met de nabijgelegen bezienswaardigheden, was het tijd voor de grote tocht.  Niet zomaar 30 kilometer lang hoogtes en laagtes overwinnen, maar 50 kleine schatten ontdekken die ons langs ongerepte natuur en prachtige vergezichten zouden loodsen.  U raadt het misschien al: we gingen geocachen!  We baanden ons een weg door de doorns en klommen over rotsen terwijl de zon ongemerkt, doch genadeloos toesloeg.  Salamanders ritselden door het struikgewas, de geur van Eucalyptus hing in de lucht.  En we wandelden voort, terwijl we regelmatig van onze Platypus nipten.

Peninha
Helaas, het mocht niet baten, de tijd leek sneller te verstrijken dan onze voeten ons konden dragen en dus waren we genoodzaakt de route in te korten.  We wierpen nog een laatste blik op het prachtige uitzicht vanop Lenda da Peninha, een heiligdom op 486m hoogte, en trokken verder.  Geluk bij een ongeluk leidde onze nieuwe route ons langs het Convento dos Capuchos.  Nooit gedacht dat ik het nog te zien zou krijgen nadat de dame van de toeristische dienst ons had verteld dat het onmogelijk te bereiken was zonder wagen.  En daar stonden we dan, nog net voor valavond, aan de overblijfselen van een kurken klooster.  Zonder wagen, maar wel met een paar stevige wandelschoenen.

De laatste loodjes wogen het zwaarst, maar eens terug in Villa Mira Longa konden we moe maar tevreden van de ondergaande zon genieten.  De dag erop zouden we vertrekken, op naar het bruisende Lissabon! 




Lissabon (dag 4-7)

Alfama
Vanuit Sintra namen we de trein naar het station Rossio, pal in het midden van de wijk Baixa.  We stonden nog maar enkele seconden te koekeloeren met het stadsplan in de hand, toen we werden aangesproken door een local: "Cannabis, hasj, cocaïne?".  Hij keek wat schichtig om zich heen en liet dan de binnenkant van z'n vest zien waaruit hij enkele kleine pakketjes met 'spul' tevoorschijn toverde.  Zo zou het de komende 4 dagen verlopen, telkens we ons in het openbaar waagden.   Omdat de 'drugs' gemaakt zijn van lijm, stof en kruiden, is het verkopen ervan niet illegaal.  Oplichterij blijkbaar ook niet...
Het Goodnight Hostel lag gelukkig niet veraf, maar behalve dat en de pannenkoeken bij het ontbijt, deed ik er maar weinig inspiratie op voor een lofzang.  De rest van de dag verkenden we het centrum en de haven, maakte we zelf spaghetti (lekker bio van bij Brio) en doken op tijd ons wankele stapelbedje in.


Océanarium de L
De weersverwachting op dag 5 was niet om naar huis te schrijven.  Buien en zonneschijn wisselden elkaar af, het was zweten met de regenjas aan.  We planden daarom een uitstap naar Parque das Nações, het nieuwe gedeelte van de stad dat werd gebouwd naar aanleiding van Expo '98.  Je vindt er ideale schuilplaatsen en tevens bezienswaardigheden, zoals het Vasco Da Gama winkelcentrum en een magisch Océanarium waar je gevaarlijke roggen, hartverwarmende otters en kibbelende pinguïns kan gadeslaan.  Omdat ik thuis toch niet voor niets onze regenjassen opnieuw had geïmpregneerd, trotseerden we de lichte regenval om langs de Taag te slenteren, door de aangelegde tuinen van de wereldtentoonstelling.  Terugkeren deden we weliswaar met de toeristische kabelbaan.  Geen spannend ritje, geen spectaculaire zichten, maar wel lekker droog.

Tegen de avond klaarde de hemel op en konden we onbevreesd de sfeer opsnuiven in de oude volkswijk Alfama en Bairro Alto.  Kleine straatjes met slingers, vuurkorven en geroezemoes dat van achter de openstaande ramen weerklonk.   We zochten door deze wirwar aan steegjes naar het miradoura Santa Catarina in de hoop er een onvergetelijke zonsondergang bij te wonen.  De zon was al achter de horizon verdwenen toen de GPS ons eindelijk de juiste richting uitstuurde.  Op enkele ruziënde daklozen na was het er verlaten, maar we zagen het potentieel en besloten het de volgende avond opnieuw te proberen.

Miradouro Santa Catarina

De zesde ochtendstond had goud in de mond, wij daarentegen nog maar eens pannenkoeken.  Op de agenda stonden een bezoek aan Castelo en Lapo, én een laatste verhuis naar het Living Lounge Hostel.  Slechts enkele straten verder, maar toch een wereld van verschil.  Trendy interieur, nette kamers met airco, tal van georganiseerde activiteiten en een gevarieerd ontbijt.  "Is this really a hostel?", een terechte vraag!

Castelo São Jorge
We kochten ons een tweede dagpasje voor het openbaar vervoer waarmee we een dag lang onbeperkt bus, tram en metro konden nemen.  Neen, geen Lisboa Card voor ons, want enig opzoek- en rekenwerk wees uit dat dit - voor ons - niet de meest voordelige formule was.
We namen de befaamde, kanariegele Estrela 28 naar het Castelo São Jorge, een min of meer verplichte halte op je bezoek aan Lissabon.  Ik was nochtans niet erg onder de indruk, maar ik had dan ook al één en ander gezien in Sintra wat betreft paleizen en aanverwanten.
Van daaruit startte onze stadswandeling naar het Westen van de stad; onderweg werd het straatbeeld opgefleurd door de typisch Portugese azulejo's op gevels van huizen en flatgebouwen.  We passeerden onder andere langs de Sè Patriarchal en bezochten er restanten van oude kloostergangen.  Uitrusten deden we aan het Jardim e basilica da Estrela, een vrolijk park met wuivende palmbomen, kwakende eendjes, verliefde koppels en oude mannen die hevig discussiëren bij een spelletje schaak.

Die avond aten we in het Café no chiado, een erg gezellig restaurant waar de aperitiefhapjes zowaar niet op je rekening verschijnen.  We kozen één van de goedkopere, typisch Portugese rijstschotels; het Lief was onder de indruk, ik vond het nogal droog.  Ik liet me dan ook zonder tegenspartelen rehydrateren in het Häagen-Dazs café wat verderop!  We doolden tenslotte nog wat rond door de straten, schijnbaar zonder doel, al zal de trouwe lezer ondertussen wel doorhebben dat er nog duchtig werd gegeocached die avond.


Torre de Belém
Helaas brak toen de laatste dag in Lissabon aan, het was er één met omelet en wel 3 soorten vruchtensap.  Nog een laatste keer daalden we af in het gonzende metrostation, zo'n 100 meter van onze hostel, en reden deze keer naar Belém.  Net als ontelbare andere toeristen bezochten we er het Mosteiro dos Jeronimos, het monument van de ontdekkingsreizen en de Torre de Belém.    
Tijdens de namiddag zochten we verkoeling in het ijskoude zeewater aan het strand van Estoril.  Het zou iets minder toeristisch zijn dan dat van Cascais en je bent er vanuit Lissabon op zo'n 20 minuutjes met de trein. 
Voor het laatste avondmaal lieten we ons adviseren door een medewerker van de hostel.  Hij raadde ons Cervejaria Baleal aan; het eten was er immers lekker, de porties groot én je trof er 'speciale karakters' aan.  Je zou zo voorbij wandelen aan de betegelde refter met aquariums aan de ingang, maar deze authentieke eettent bleek inderdaad de moeite waard. 


De ochtend van vertrek waren er - jawel - pannenkoeken.  Alsof dat nog niet kon tellen als zoete zonde, passeerden we op weg naar de luchthaven langs een pastelaria voor een assortiment aan pasteitjes.  Voor de thuisblijvers, weliswaar!
Ik wierp nog een laatste blik op Lissabon en zijn vele stoffenwinkels, waarvan ik er vreemd genoeg geen enkele bezocht.  Nochtans vind je in de Rua Augusta en de straatjes rondom talrijke winkeltjes waar stof nog per kilo wordt verkocht en oude mannen met lintmeters je aan de ingang opwachten.  Ook knopen en lintjes vind je er in overvloed, het ene winkeltje naast het andere.  Ik had gehoopt met unieke stofjes te kunnen thuiskomen, maar in plaats daarvan brachten we Ginja, Muscat wijn en zoete gebakjes mee.  Het thuisfront was tevreden.
Volgende keer beter, denk ik dan, en vooral: nog een reden om terug te gaan!

Zo, ik heb gesproken, verteld, getypt.  Tijd om de naaimachine van onder het stof te halen...
 
Pin It

2 opmerkingen:

  1. allee waar blijft die reisblog??? Heel mooi geschreven en mooie foto`s!!!
    Maren

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ben enkele jaren geleden in Portugal (Faro + Lissabon) geweest bij een vriendin die daar toen op Erasmus was. Maar als ik dit lees, heb ik precies maar een fractie van de stad gezien. Je verslag doet me in elk geval zin krijgen om terug te gaan!

    BeantwoordenVerwijderen